Het is nu ruim een jaar dat we in het coronatijdperk zitten. Vorig jaar heb ik via deze column gevraagd dat hartje te downloaden van de website van De Binding en dit als steun voor de zorgmedewerkers voor je raam te hangen.

Onlangs had ik weer een bezoekje aan het VU in Amsterdam en het viel mij op dat de medewerkers je nog steeds op een vriendelijke manier te woord staan. Het verbaast me dat deze zorgmensen na zo’n heftig jaar niet naar buiten dragen dat ze inmiddels op hun tandvlees lopen. Vanuit hun hart passen ze met de grootste overgave de zorg op de mensheid toe. Ik heb zo onmetelijk veel respect voor deze mensen, want zeg nu eerlijk, hoeveel hebben ze er inmiddels door die druk niet kunnen helpen? Hoeveel zielen hebben ze ongewild moeten laten gaan en hulpeloos moeten toekijken? En dan heb ik het niet alleen over de coronagevallenen. Het is nog steeds oorlog. Maar ze pakken toch weer die draad op. De kop in de wind, even diep ademhalen en rechtop weer terug dat veldhospitaal in. Mateloos veel respect.

Ondertussen zie ik dat het gevoel onder de mensen lijkt veranderd. Iedereen is opeens druk bezig met de eigen sores. Er wordt niet meer geklapt voor elkaar. Helaas.
Aan de ene kant is dat logisch, want de corona hakt er overal in, maar is het ook niet zo dat het een deur verder altijd veel moeilijker zou kunnen zijn dan bij jezelf? Dat is de andere kant. Als je met dat in je achterhoofd naar jezelf kijkt, valt het eigenlijk allemaal best wel mee. Wanneer ik door het VU loop denk ik: “Het kan altijd erger”. En als je goed kijkt zie je dat die lastige dagen misschien wel sneller voorbij zijn dan je denkt. Uiteindelijk komt het allemaal wel weer goed. We hebben voor hetere vuren gestaan.

Bij mij hangt het hartje nog steeds voor het raam. De zorg haalt nog steeds met blote handen de kolen uit het vuur. Elke moment dat ik mijzelf bewust confronteer met dit postertje, ligt mijn hart bij al deze mensen. Het zal er blijven hangen tot ik zeker weet dat het vuur gedoofd is. Totdat de bommenregen voorbij is. En ikzelf… nee, ik ga me niet druk maken om wat voor regel dan ook. Het kan altijd erger. Ik laat het los. Het komt zoals het komt. Uiteindelijk komt alles weer op z’n pootjes terecht. Dikke knuffel.

 

Vorig artikelMet de deur in huis bij Max en Lesley Wildoer
Volgend artikel’t Fortuin bij je thuis