Na een carrière van 43 jaar geeft Henry Stroet per 1 januari het stokje van loodgietersbedrijf Sneeboer over. Niet met lood in zijn schoenen, maar met het volste vertrouwen in het bestaande team, zijn compagnon Gerard Boon en kersverse firmanten Bryan en Riley Stroet. Inderdaad, zijn zoons. Zo blijft Sneeboer een familiebedrijf; zelfde naam, andere familie.
Een 4-jarige Henry kroop al vanuit het dakraam in de goot, op zijn 10e wist hij zeker: ik word loodgieter. Op zijn 16e stapte hij bij de firma Kok aan de Streekweg binnen. Hij kon direct beginnen maar Evert van de Gulik, die jarenlang bij Henry’s vader had gewerkt en inmiddels bij Sneeboer zat, vroeg hem of hij niet liever daar aan de slag wilde, mooi op het dorp. Zo geschiedde.
Van Amsterdam tot Nijverheidsweg
Op 6 juni 1983 startte Henry officieel bij de firma Sneeboer, toen onder leiding van de broers Arie, Jaap en Jan Sneeboer. Aanvankelijk voor een tijdelijk project van 145 nieuwbouwwoningen, maar na een korte onderbreking volgden snel nieuwe opdrachten en is hij nooit meer weggegaan.
Henry herinnert zich die beginjaren nog levendig. “Jarenlang reed ik met Evert elke ochtend om vijf uur naar Amsterdam. Toentertijd moest een bouwbedrijf een vestiging in de hoofdstad hebben om daar opdrachten te kunnen krijgen. Dus werd gewerkt vanuit een pand aan de Groen van Prinstererstraat. Parkeren was een drama. Er stond op een dag ineens een parkeerverbodsbord op onze vaste plek. Die heb ik er met een pijpensnijder eigenhandig weggehaald,” grijnst Henry.
De dagen waren lang, maar Henry zorgde er altijd voor dat hij onder de middag thuis kon lunchen. “Dan zag ik de kinderen. Dat vond ik belangrijk.” Zijn vrouw Marian Hauwert en hij waren al jong samen – hij 19, zij 16 – en nog voordat hun drie zoons er waren wist hij al dat hij ooit een eigen bedrijf wilde. Toch zat hij goed bij Sneeboer. De sfeer, de mentaliteit, het vakmanschap – het paste hem als gegoten.
Van bijna-Andijk tot Emmeloord
Toen loodgietersbedrijf Groothedde in Andijk ter overname te koop stond, twijfelde hij: was dit het moment om voor zichzelf te beginnen? Maar Arie Sneeboer vertelde hem dat geen van de Sneeboer-zonen het bedrijf zou overnemen. ‘Wil je in de toekomst mede-directeur worden?’ vroeg Arie. Het antwoord liet zich raden.
In 2001 richtte Henry zijn eigen holding HTB op en werd hij firmant naast Jan Sneeboer. Het bedrijf groeide uit tot wat het nu is: een team van twintig monteurs, vijf mensen op kantoor en een fijne onderlinge sfeer. “We hebben altijd zo’n 25 medewerkers. Net mooi, dan houd je het persoonlijk. Bij ons heeft iedereen een sleutel, vanuit compleet vertrouwen. Dat is altijd goed gegaan.”
Sneeboer groeide door en in 2018 werd het nieuwe pand aan de Nijverheidsweg geopend, een paar deuren naast het oude. Er was een nieuwe heftruck nodig. “Iemand moest een certificaat hebben, dus ik dacht: dan doe ik dat zelf.” Henry koos — eigenwijs als altijd — voor een driewieler in plaats van een vierwieler. “Leek mij wel handig.” Het resultaat: hij was ook de enige die het voor elkaar kreeg dat ding vakkundig op zijn kant te rijden. “Toen toch maar een vierwieler gekocht.”
Het werkgebied van het bedrijf strekt zich uit van Den Helder tot Amsterdam en zelfs richting Emmeloord. Sneeboer werkt veel voor vaste opdrachtgevers zoals Desaunois, Wit Wognum en de Toekomstgroep — langdurige samenwerkingen waar Henry trots op is.
Het beroemde Sneeboer-DNA
Open, eerlijk, direct en met een werkmentaliteit waar je u tegen zegt. “We kunnen alles tegen elkaar zeggen, en dat doen we ook,” lacht Henry. Zijn eigen recht-voor-z’n-raap stijl sluit daar perfect op aan: “Soms bot, maar altijd met humor. En ik krijg het net zo hard terug hoor.”
De vele personeelsuitjes zijn legendarisch. Marian was jarenlang mede-organisator. Zo verzorgde ze voor het laatste uitje in september een tweedaagse trip naar het Loodgietersmuseum in Naaldwijk — verrassend leuk, zelfs voor doorgewinterde monteurs. Daarna door naar Rotterdam, logeren in een hotel naast de Erasmusbrug. En ‘s avonds een Ik Hou van Holland-spel in een restaurant. “Ze waren niet berekend op Westfriezen met dorst,” grinnikt Henry.
“Toen we eens een slecht jaar draaiden vanwege een faillissement van een groot bouwbedrijf, besloten onze werknemers om ons te trakteren op een feestje. Dat deed ons wel wat.” Het zegt veel over de mentaliteit binnen het bedrijf.
De nieuwe generatie
Gerard Boon, al jarenlang compagnon en mede-directielid, vormt per 1 januari samen met Bryan en Riley de nieuwe directie. Bryan wilde al vroeg het vak in en deed bewust ervaring op bij Vroling. Riley twijfelde even, liep mee met timmerman Michel Hauwert, maar kwam uiteindelijk bij loodgieter Frans Mol terecht. De aandelenverdeling is helder: Gerard 40%, Bryan en Riley ieder 30%. Henry: “Mijn kracht is vertrouwen geven. En dat kunnen zij ook. Stap voor stap help ik mensen om te groeien. Ik heb mezelf vakkundig overbodig gemaakt.”
En nu?
Henry lacht: “Vegen en onkruid wieden. Twee uurtjes per dag helpen op het bedrijf. Maar pas na het uitslapen en de krant lezen. In januari ga ik eerst met Marian naar Griekenland, daarna de verbouwing bij de jongste, motoren en bootjes opknappen en straks met ons eerste kleinkind voorop op de fiets. Ja, Bryan wordt niet alleen directeur, maar ook vader,” zegt Henry trots.
Na 43 jaar en een grandioos afscheidsfeest klapt hij het boek dicht. “Ik ben 59 en het is goed zo. Mijn schoonvader en mijn ouders werden niet oud. Je weet nooit hoe het leven loopt. Ik hoop samen met Marian van meer vrije tijd te genieten. Mijn werk was mijn hobby en ik heb altijd plezier gehad. Wat wil je nog meer.”







