Ruim 30 jaar geleden. Paul wordt getroffen door een hersenvliesontsteking en krijgt daarna meer ongemakken. Hij kan zijn beroep van huisarts niet meer uitoefenen, sluit zijn praktijk aan de Raiffeisenlaan en verhuist naar de Bannestraat.

De vier jaar daarna gaat het beter en wordt besloten ruimer te gaan wonen aan het water. De Kreutzers zijn liefhebbers van de boot. Een mooi optrekje wordt gevonden in Amstelhoek bij Mijdrecht. Er wordt bewust een plaats buiten Wervershoof gezocht, omdat hij hier altijd ‘de dokter’ zal blijven. Toch wordt deze woning met tuin te veel om te onderhouden en wordt een minder grote plek met kleinere woning gevonden in Almere, ook nog eens direct aan het water (2000). De boot kan worden aangemeerd aan het eigen erf. Met veel plezier verstrijken de jaren totdat in 2016 Alzheimer wordt geconstateerd, het gaat steeds minder met Paul. Zijn vrouw wil graag terug naar Wervershoof en gaan zij tijdelijk wonen in hun vakantiehuisje van Het Grootslag. In 2017 betrekken zij hun huidige woning in Medemblik. In 2020 is zijn gezondheid zodanig verslechterd, dat hij naar het verzorgingshuis De Wilgenhof in ons dorp gaat. Op 26 oktober 2022 overlijdt hij.

Binding is op bezoek bij zijn vrouw Tonny en dochter Ilonka en haalt met hen herinneringen op over het leven van Paul, die jarenlang huisarts in Wervershoof is geweest. Dat begint bij zijn geboorte op 18 augustus 1941 in Sittard, een mooie stad, die hij met zijn ouders op 13-jarige leeftijd verlaat. In Hilversum volgt hij het lyceum en studeert hij daarna medicijnen in Utrecht. Hij is een spoorstudent, die elke dag met de trein heen en weer gaat. Met een aantal jaargenoten gaat hij daarna op kamers. Zij zijn allen motorfanaten. De motor van Paul staat zelfs in de kamer. Motorrijden is altijd een liefhebberij geweest.

Zijn vrouw werkt dan al in de verpleging in Utrecht. Op een feestje van haar kamergenoot leert zij Paul kennen, allebei achttien jaar oud. Zij blijven elkaar sindsdien trouw. Paul studeert verder en heeft allerlei verschillende baantjes. Zo rijdt hij met een broodbakfiets en helpt hij bij het militair hospitaal. Tonny bewoont een ruime kamer, groot genoeg voor twee. Dat resulteert in 1967 in een huwelijk. In 1968 studeert Paul af. In dat jaar wordt hun dochter Ilonka geboren. De kamer is toch niet zó groot. Haar wieg hangt aan het plafond.

Na de studie wordt Paul coassistent van dokter Kenter in Wervershoof. Er is geen woning, maar het belang van een coassistent is zo belangrijk, dat met behulp van maatschappelijk werkster Mia Rood en de burgemeester een woning wordt toegewezen aan het Bisschop Grentplantsoen. Niet lang daarna gaan zij naar het huisje van Kees Nugter bij het kippenbruggetje. Tegen de lekkage wordt het plafond voorzien van plastic. Paul wordt uiteraard ook huisarts en associeert zich later met de dokters Kenter en Huls (Andijk). Dat is ook nodig, want zo komen zij van de werkweek van zeven dagen af, alhoewel Paul naast zijn werkuren gewoon de bevallingen blijft doen.

In 1971 is hun woning met huisartsenpraktijk aan de Raiffeisenlaan klaar. Het gezin is inmiddels uitgebreid met Jacqueline en Raoul. Twintig jaar lang heeft hij daar zijn praktijk met apotheek aan huis. Tonny doet dat voor een groot deel en zij maken ook zelf hun medicijnen. Zo gaat dat in die tijd. Hij is een vooruitstrevend huisarts met eigen opvattingen. Hij heeft een psycholoog in dienst voor zijn patiënten. Aan het begin van het computertijdperk is hij er al snel bij. Hij maakt programma’s waar de doctoren veel baat bij hebben. Altijd maar bezig met zijn vak. Een huisarts die de tijd voor zijn patiënten neemt. “De wachtkamer heet niet voor niets wachtkamer” is bij drukke dagen een gevleugelde uitspraak van hem. Hij gebruikt meer van die uitspraken. Bij kleine klachten: “Het is vanzelf gekomen, het gaat vanzelf weer weg”. En als met kermis (vroeger lag er veel kapot glas) iemand met een snee in het hoofd kwam: “Een verdoving hoeft niet, want je bent al genoeg verdoofd”. Er wordt dan dus zonder verdoving gehecht.

In zijn vrije tijd is er dus de motor en de boot. Met het gezin worden veel uren op het water doorgebracht. Door deze hobby helpt hij ook mee aan de oprichting van de haven in Andijk. Hij is vrijwilliger bij molen De Hoop en tennist bij De Kaag. En ja, als je het toch al druk hebt, kan je ook nog wel in de gemeenteraad.

Tonny en Paul maken al die tijd zelf hun wijnen. Spinnen en weven neemt ook veel tijd in beslag. Karrenvrachten wol worden gespind. De twee grote spinnenwielen gaan zelfs mee op de boot. Maar ja, waar moet je met al die strengen, die niet voor het weven worden gebruikt, heen? Een oplossing wordt gevonden. In een deel van de woonkamer hangen al die jaren strengen wol aan het plafond, in allerlei kleuren.

Mooie herinneringen hebben zijn drie kinderen, zeven kleinkinderen en Tonny aan onze oude huisarts.

Gerard Bot.

Vorig artikelTulpenkeuren weer terug in de Schoof
Volgend artikelWijkloper gemist?