Ik bel aan bij een huis, dat meteen al herinneringen oproept door wat dingen van vroeger tijden aan de muur. Zodra ik de hal inloop ademt het nog meer uit. Ik schuif aan tafel bij Nel van der Aarde en kijk de woonkamer rond, die net als de hal vol staat met allerlei voorwerpen uit vroeger tijden, een heus museum. Het is propvol en toch is het ordelijk en netjes.
“Het is een passie van mij, vroeger al. Ik kocht nooit nieuwe dingen, was altijd geïnteresseerd in oude spullen. Als ik wat nodig had, ging ik naar een rommelmarkt van bijvoorbeeld de handbal in Nibbixwoud. Lekker struinen. Ik woonde vroeger met mijn gezin in een boerderij in Hauwert. Ik kon daar makkelijk wat spullen kwijt. Het is natuurlijk klein begonnen, maar het ging van kwaad tot erger, ik ging verzamelen. Het moesten echt oude voorwerpen zijn., Ik had een vitrine met opwindspeelgoed, maar deed deze weg, omdat het te nieuw was. Ik kocht vooral oude spullen met een verhaal of die heel vroeger werden gebruikt en bijna niet meer bestaan.”
Nel woont alweer 26 jaar in Wervershoof in een hoekwoning. Geen boerderij met ruimte, maar het verzamelen ging gewoon door. Haar kinderen en kleinkinderen zijn het gewend geraakt. “Tja, dit huis stond eigenlijk ook alweer snel vol. Maar iedereen kon gewoon zijn ding doen en vriendjes van hen waren altijd welkom. Er was genoeg om mee te spelen. Toen iedereen de deur uit was kon er nog meer bij. Het huis is nooit vol, zeg ik altijd, er kan altijd wat bij, het plafond is nog leeg. Maar ik heb uiteraard wel eens iets over. Ik weet altijd wel iemand, die er blij mee is.”
Nel heeft bijzondere dingen in haar huis. Ze vertelt bij elk voorwerp een verhaal, over de herkomst, hoe ze er aan kwam of over het gebruik. Ze zit vol verhalen, die zij leuk en enthousiast overbrengt in een sfeervolle omgeving. Ze wil mensen deelgenoot maken van al haar oude spullen. Wanneer je haar belt (0228-582433) ben je welkom. Zij vraagt een bijdrage van vijf euro voor de mooie reis in het verleden, onder het genot van een consumptie.
Je ziet dan bijvoorbeeld de hoerenhondjes, die vroeger voor het raam stonden. Bij de prostituees, maar ook gewoon bij de gezinnen van varende mannen. De rug toegekeerd betekende dat de man weg was, bij thuiskomst werden ze met de snuit naar buiten gedraaid. Van oude medicijnen tot heel oud scheergerei, van aangeklede paspoppen tot een koekoeksklok, van theemutsen tot heel oude blikken, van kinderspeelgoed tot oude gebruiksvoorwerpen. De keuken staat vol met ‘oh ja’s, dat had mijn moeder ook’. Werkelijk een pracht om te zien. ‘Een meisje, lief en net, is beter dan een vlo in bed’ lees ik ergens. En zo zie je steeds weer wat anders, wat erg leuk is.
Wanneer ik zo rondkijk, vraag ik me af, wat zij nog zou kunnen gebruiken. “Ik zoek nog een kruipersbroek en een Manchesterjasje. Dat zou nog mooi zijn.” In gedachten zie ik deze al aan het plafond hangen. Dat kan nog net.
Gerard Bot