Beide niet van Wervershoof en toch Wervershover in hart en nieren. Zo verknocht aan het dorp dat plannen om te verhuizen meermaals in de kiem zijn gesmoord. Of dat met kermis te maken heeft? Oók! Otto en Erna ontmoetten elkaar tijdens de kermis in 1970. 55 jaar later zijn ze nog altijd blij met elkaar.

Otto Mooij (80) is vooral bekend van garagebedrijf Mooij dat inmiddels door zoon Richard wordt gerund. Hij speelt klarinet bij de Egelander Kapel en woont al bijna 55 jaar met zijn Erna in de Oostenrijks aandoende woning aan het Zijdwerk. Op alle fronten neemt hij een centrale plek in Wervershoof in, maar hij werd geboren in Musselkanaal. Het gezin Mooij kwam na enkele omzwervingen in Zwaagdijk terecht. Otto was een jaar of 14/15. Mooie tijd om de kermissen in de regio te ontdekken. Natuurlijk ook die van Wervershoof.

Aardbeiensoep

‘Met vrienden Wammes (Wim) Boon en Cor Imming struinden we borrel na borrel af. We hielden van gekkigheid en na de nodige versnaperingen gooide Wammes aardbeien in de soep, bij gebrek aan soepballetjes. De toon was gezet. Meestal aten we ook bij een van ons thuis waarna we te kermis gingen. Alles leek wel te kunnen. Er was een kermis dat ik niet meer wist hoe ik naar Zwaagdijk terug moest komen, dan sliep ik bij Jan de Haan op de schuitenhelling. Een mooie tijd!’

Recht in de Roos

Erna (76) verhuisde in 1970 van Amsterdam naar hier, het was twee weken voor kermis. Direct bij haar vuurdoop in Café de Roos (red. aan de Dorpsstraat waar nu de woning van de familie Van Rooijen staat) liep ze Otto tegen het lijf. ‘Ik mocht hem lenen van een vriendin van hem, Marijke Smit. Ik kende nog helemaal niemand, dat Otto een populaire jongen was wist ik dus ook niet. Hij reed een sportwagen en was de zoon van de politieagent. Hij viel op, maar ik was niet meteen onder de indruk.’

Otto: ‘Ik viel eerder op haar. Op dat moment scharrelde ik met Nel Punt, Piet Deen zag haar ook wel zitten. Toen ik werk maakte van Erna zag hij zijn kans schoon. Ik besloot Erna die kermis niet meer alleen te laten, straks was ik haar kwijt!’

Muizenhuis en Van Rooijen

Na die kermis ging het snel. In december 1970 was de verloving een feit, in september 1971 trouwden ze en kocht het kersverse koppel de woning ‘Het Muizenhuis’ aan het Zijdwerk. Daar werden zoon Richard en dochter Diana geboren. Het werd een huis van aanloop waar menige kermis feestelijk begon.

Otto: ‘Ik herinner me onze eerste paar kermissen nog goed. Het was in ‘71 of ‘72 toen Van Rooijen een nieuwe bar in de achterzaal opende. Die ging op zaterdagavond proefdraaien. Dat was zo’n gekkenhuis, daar konden de andere kermisdagen niet meer aan tippen.

In die tijd gingen we mooi aan zitten aan de bar of aan een tafeltje. Die plek had je dan de hele dag. Nu is je stoel bezet als je naar het toilet gaat.’

Erna: ‘Bij ruimtegebrek zat ik toen op de voetensteun van de barkruk. Het was zo gezellig dat ik te diep in het glaasje keek. Daarna heb ik nooit meer zoveel gedronken. Ik moet thuis alles in het gareel houden. Ben niet zo’n kermisklant, maar vond het leuk om onze vrienden en later ook de vrienden van de kinderen hier te ontvangen. Otto ging vaak met zijn vrienden waaronder Sjaak Bakker naar het eerste deuntje. Na afloop aten ze roulerend bij Ina Aker, Kees Laan of Afra Buis. Dan schoof ik ook aan. Erg gezellig!’ 

Kermistradities

Otto: ‘Zeker toen wij jonger waren was de kermis echt een reünie. We sloten de garage op maandag en dinsdag en vierden het voluit. Onze ouders kwamen vaak op kermiszondag. Na een paar borrels zaten de moeders met zijn tweeën in de kinderbox op het grasveld voor. Gingen ze met stofjassen aan en de hoed van Erna’s vader op de kermis over. Dat is echt kermis. Net als tradities. Op maandag gingen we altijd op de kermisborrel bij Jan en Tiny Smit hier aan de overkant. Ook nu nog gaan we naar Tiny. ‘s Avonds gingen we naar Van Rooijen, maar omdat het volk daar steeds jonger werd – ja, en wij steeds ouder – verplaatste dat naar Botje. We gingen nooit speciaal voor de muziek, maar het was wel mooi dat ik met de Egelander Kapel op de klarinet speelde bij de kerkmis door Sjaak de Boer in de botswagens. Dat was in 2005.’

 

Opa en oma zwembad

Erna: ‘Toen de kinderen groter werden kwamen hun vrienden hier verzamelen. Soms wel 50 mensen. Zwemmen en borrelen. Tja, we hebben er ook de ruimte voor. Toen er kleinkinderen kwamen werden we “Opa en Oma Zwembad”. Op zondag was het altijd een gekkenhuis met alle leeftijden door elkaar. Ik zorgde altijd voor genoeg eten en drinken want je wist nooit wie er meekwam. Bassie & Bobo bijvoorbeeld, hadden we ineens live muziek in huis. Eén keer waren we op vakantie tijdens de kermis. Hadden we er nog steeds veel drukte van want voor de kinderen ging het feest gewoon door.’

Otto: Op de dinsdag houden we al 18 jaar een BBQ voor de familie. Dan lopen de kinderen en kleinkinderen ook wel even binnen. Wij doen het wat rustiger aan, maar zolang het kan, blijven we dit organiseren.’ 

 

Schnapsverhalen
Otto en Erna zijn gek op Oostenrijk. Ze vieren er vaak vakantie en er is meermaals sprake van geweest daarheen te emigreren. Door omstandigheden kwam dat er niet van, maar ze brengen graag een stukje Oostenrijk naar Wervershoof. Zo ook de schnaps, indertijd nog niet zo bekend in West-Friesland en daarom zeer interessant.

Een dame die via via over de schnaps had gehoord, kwam het met kermis eens proberen. Wij zetten de fles op tafel. ‘Mag ik er nog één’, vroeg ze. ‘Want op één been kan ik niet lopen.’ Al gauw kon ze helemaal niet meer lopen. We hebben haar op een stoel vooraan de weg gezet en een taxi gebeld. Tuurlijk hebben we bekeken of het veilig was, ze schaamde zich niet, had ontzettend genoten.

Een neef van Erna stelde voor om op onze kermisborrel DJ te zijn, compleet met bar en lichtshow en alles erop en eraan. Maar ik had de middag ervoor al zo van de schnaps gesnoept dat het licht was uitgegaan en ik heerlijk in de bosjes lag. Heb geen lichtshow gezien.

Ik speelde al lange tijd klarinet bij de Egelander Kapel toen mijn vaste toetermaatje Jan Jong een kermisborrel kwam halen na een optreden. We hadden een grote feesttent thuis opgezet met biersets en statafels. Stonden we samen aan de schnaps, zegt Jan: “Wat is het hier gezellig, wie woont hier eigenlijk?” Ja, dan weet je hoe laat het is.

Vorig artikelTerug naar de kermis Pé Brinkman: ‘Ik was de danser’