Kermis, ieder jaar is dit een dorpsfeest. Vroeger was het dan enkele weken voor die kermis ook weer knikkertijd. Als oud Onderdijker kan ik me nog die knikkertijd herinneren waar ik met plezier op terug kijk. Dan kwamen de knikkerzakken weer tevoorschijn met knikkers die van klei waren gemaakt.

Was je voorraad te kort dan kon je bij Piet en Anne Koster nieuwe kopen. Daar kon je ook glazen knikkers kopen die wel duurder waren. Die werden stuiters genoemd, die dus ook meer waard waren in het spel. De strijd werd dan aangegaan om zoveel mogelijk knikkers of stuiters van een ander te winnen. Op het schoolplein voor of na schooltijd begon het al, op het schoolplein knikkeren in ’t koetje.
Dit was een kuiltje waar je de knikkers met je vinger over de grond in moest proberen te rollen. Lukte je dit in een keer dan mocht je de andere knikkers van een ander ook proberen er in te rollen.

Als dit niet lukte was de andere aan de beurt. Wie de laatste er in wist te rollen won de knikkers die in het koetje lagen. Als de school dan uit was gingen de meesten die knikkers hadden naar hotel de Ruiter van Ravenstein nu het Vooroeverhotel. Daar is een groot plein waar de kermistenten dan kwamen te staan. Als deze er nog niet waren kon er nog op geknikkerd worden. Dat werd er dan ook alle dagen na schooltijd gedaan. Er waren diverse spellen om te proberen zoveel mogelijk knikkers van een ander te winnen. Speldje raak gooien was er een van. Er stond dan een speldje in de grond en met een knikker mocht je proberen het speldje raak te gooien. Miste je dan was je de knikker kwijt, raakte je het speldje dan mocht je het speldje houden. Ook was er een prikkaart met vakjes waar dan in stond hoeveel knikkers je kon winnen of moest geven. Voor een knikker mocht je op de bovenkant van de prikkaart met een grote naald ergens prikken. Waar er geprikt was keek men dan op de onderkant in welke vakje. Daar stond dan hoeveel knikkers je kreeg of hoeveel knikkers je moest geven. Het laatste was meer aan de orde dat de deelnemer moest geven.

Dan was er ook wat je noemde roggelen. Dit was een schoenendoos waar aan de lange zijde kleine vakjes in gemaakt waren. Dan werd deze schoenendoos met de vakjes aan de onderkant op de grond gezet. Wist je vanaf een bepaalde afstand door een van de vakjes een knikker in te rollen dan kreeg je het aantal knikkers wat boven het vakje stond. Lukte je dit niet dan was je de knikker kwijt. Dan was er ook nog een kijkpot. In deze kijkpot was er aan de binnenkant een ansichtkaart gedaan met de zichtkant naar binnen. Die pot was dan met water gevuld waardoor het plaatje van de ansichtkaart vergroot werd. Voor een knikker mocht je deze dan zien.

Er waren er ook nog die een kijkdoos gemaakt hadden. Dit was een schoenendoos die in de binnenkant heel mooi was gemaakt. Voor een knikker mocht je dan door het kijkgaatje in de binnenkant kijken. Deze knikkertijd duurde totdat de eerste kermisexploitanten verschenen. De attracties, de zweef, de draaimolen, de schiettent en de snoeptent hadden het plein nodig, het was dus over met de knikkertijd.
De knikkertijd was voorbij want er werd uitgekeken naar de kermis. De knikkerzakken werden opgeborgen en kwamen het jaar daar op weer tevoorschijn met de kermis. Je had dus weer een jaar de tijd om te sparen als je te veel knikkers had verloren. Het is inmiddels alweer 60 jaar terug dat dit spel gespeeld werd. Of het nu nog gespeeld wordt, ik weet het niet, maar denk van niet? Er zijn nu andere dingen waar de jeugd het te druk mee heeft. Ik vraag me af of die ook buiten gebeuren?

Prettige kermis gewenst!
Oud Onderdijker Gerard Mol

Vorig artikelMeditatie, ook in De Kapel!
Volgend artikelDrive-in bioscoop Gymvereniging VVW