50 jaar samen te kermis. Voor de gelegenheid maakten ze een speciaal t-shirt waarmee ze vorig jaar over de Dorpsstraat flaneerden. Een jaar te vroeg, zo blijkt achteraf. Hoog tijd voor een interview met vrienden Kees Sijm (74) en Piet Meester (66), liefhebbers van kermis en muziek.

Aan de koffie bij Piet thuis in Wognum komen herinneringen, foto’s en boekjes op tafel. Kees is uit Lutjebroek gekomen om samen terug te blikken op 50 jaar kermis en hun vriendschap. Hoe kennen zij elkaar eigenlijk?

Piet: ‘Op de mavo raakte ik bevriend met Peter Sijm uit Andijk. De traditie ontstond om op donderdag samen te tafeltennissen. Kees was er meestal ook, als zwager van Peter. Hij had toen al verkering met zijn huidige vrouw Ina Sijm. We werden vrienden en in 1974 gingen we voor het eerst samen te kermis.’

Kees: ‘Met een hele groep hoor, maar vaak bleven we met zijn tweeën over en dat is al die jaren zo gebleven. Na 51 jaar gaan we nog steeds te kermis van 16 tot 4 uur, op zondag, maandag en dinsdag. Ik ben een Lutjebroeker, maar ik heb jarenlang in Wervershoof gewerkt, ken er veel mensen. Het is echt mijn tweede dorpje.’

Kermis overgeslagen

Piet: ‘Ik ben geboren aan de Dorpsstraat in Wervershoof. In 1984 verhuisde ik met mijn vrouw Joke naar Wognum, maar kermis bleef heilig. We planden altijd onze vakantie eromheen. Eén jaar sloeg ik over toen onze zoon Ron zich aandiende op kermiszondag 1989. Herinner me nog goed wat mijn ome Ton zei toen ik het geboortekaartje kwam brengen: “Joke heeft jou goed te pakken!” 

Het was ook het laatste jaar dat ik kermis oversloeg. Dat begreep Joke heel goed. Ze ging meestal zelf ook, later met de kinderen, maar zo bont als wij het maken… Ik mocht niet meer ‘s nachts met de fiets terug naar Wognum. Dus logeerde ik vaak bij mijn ouders boven het winkelcentrum in Wervershoof. Nu logeer ik altijd bij mijn zus Frieda in Onderdijk. 

Muzikale leiding

Kees: ‘Piet en ik kunnen elkaar vinden in de muziek. In 1987 kwamen we in de band The Clue en nu spelen we samen in de band Big Smile en treden we ook nog af en toe op als duo Donder & Bliksem. Ook met kermis. Heel wat jaren speelden we op de zondagmiddagborrel van Klaas en Vera Weel aan de Europasingel. Dat waren prachtige middagen.’

Piet: ‘Met kermis laten we ons graag leiden door de muziek. De keuze is groot. In de jaren ‘70 en ‘80 gingen we veel naar Van Rooijen waar Kleintje Pils en Imca Marina optraden. Toen Paradise als vaste band bij ‘t Fortuin gingen spelen, kantelde dat. Zo ineens verhuisde het publiek van de ene naar de andere kant van het dorp. Paradise was een grote trekker.’

Bedankt voor die Bloemen

Kees: ‘Het werd een traditie dat IJsbrand van Belleghem, de zanger van Paradise, aan het einde van de dinsdagavond zijn drumstokje in het publiek gooide. Weet nog goed dat Piet hem een keer ving. Stonden we om 3.30 uur onderaan het balkon bij Klaas Weel met dat stokje te zwaaien en brachten we een serenade door Bedankt voor die Bloemen van Jeroen van Merwijk door de straat te schreeuwen. Dat trok wel wat bekijks. Klaas lag al in bed, maar kwam wel even het balkon op om ons de zegen te geven.’

Muziek en snacks

Kees: ‘In 50 jaar is veel veranderd, de kermis ging van binnengebeuren naar buiten en werd steeds grootschaliger, maar nog steeds laten we ons leiden door de muziek. Blue Star  was vaste prik en we gingen vaak naar De Schoof, beginnende bandjes kijken. We hebben daar zelf ook eens gespeeld. ‘t Zonnetje doen we elke dag wel even aan. Dan is het al laat en staat iedereen beschonken, maar in een goede bui op zijn snackie te wach Sijmten. Doen wij met zijn tweeën korte interviewtjes: “Hoe zijn hier de wachttijden?”
Dat vinden ze allemaal goed. Ook mensen die een beetje chagrijnig zijn, zie je dan ontdooien.’

Zonde van je tijd

Piet: ‘Samen zoeken wij de mensen graag op. En naar huis gaan we liever niet, zonde van je tijd. Vroeger toen ik nog thuis woonde smeerden we broodjes die we in plastic zakkies boven de bar in Van Rooijen legden. Hadden we altijd wat te eten bij de hand.’

Kees: ‘Een enkele keer aten we bij mijn broer Evert thuis, zaten we gezellig tussen de Botmannen. Maar dat duurde ons veel te lang, je was er zo een uur tussenuit. Moesten we nodig weer terug.’

Gekkigheid en goede gesprekken

Piet: ‘Maar kermis is niet alleen maar gekkigheid, je kunt ook verrassend goede en soms moeilijke gesprekken hebben. Ik werkte na de middelbare school bij mijn vader in het tuindersbedrijf. Als enige zoon was de verwachting dat ik het zou overnemen. Na zeven jaar wist ik zeker: dat wil ik helemaal niet. Maar het waren de jaren ‘80, de werkloosheid was hoog. Ik durfde de stap niet goed te zetten. De eerste die ik hierover vertelde was Kees, op kermiszondag. Een maand later kwam hij met een vacature uit de Middenstander, die krant verscheen alleen bij hem in de Streek. Er werd iemand bij de gemeente Stedebroec gevraagd, een functie die me paste. Ik werd al snel aangenomen. Mijn vader schrok wel, maar nam het goed op. Uiteindelijk kon hij hierdoor ook vervroegd stoppen. Anders was hij voor mij veel langer doorgegaan en dat terwijl hij zelf ook graag iets heel anders had willen doen. Mooi hoe deze belangrijke wending in mijn leven tijdens kermis ontstond, met dank aan Kees.’

Vorig artikelDe kermisBinding staat online