Op initiatief van Joop van Diepen en Andries Sijm zijn we al enige tijd bezig met de hernieuwde uitgave van het Westfries woordenboek, dat in 1984 is uitgebracht door dr. Jan Pannekeet.

Joop van Diepen (Spanbroek / Blokker) en Andries Sijm (Lutjebroek / Andijk) hebben hierin het voortouw genomen en de ondersteunende werkgroep wordt gevormd door Dilly Koetsier-Speets (Oostwoud / Hoogkarspel), Ina Broekhuizen-Slot (Sint Maarten / Wognum), Henk Kok (Spierdijk / Schagen), Jaap Meester (Lutjebroek / Nibbixwoud), Peter Ruitenberg (Bovenkarspel) en Sjaak Steltenpool (Wervershoof).

Natuurlijk proberen we het prachtige originele woordenboek van Jan Pannekeet (1925-2002) zoveel mogelijk intact te laten, maar in de loop der jaren kwamen we er steeds meer achter dat er veel Westfriese woorden in ontbraken en dat er ook wel woorden in staan die algemeen Nederlands zijn. Evenals de andere deelnemers heb ik in de loop der jaren ook een lijst van Westfriese woorden verzameld, die ik in het woordenboek niet terug kon vinden. Dit zijn woorden die ik nog ken van vroeger en die vooral door oudere mensen werden gebruikt.

Met de Westfriese taalquiz ‘Praat je moerstaal’ komen we al een aantal jaren door heel Westfriesland. Hierbij ontmoeten we regelmatig mensen die met een bepaald Westfries woord naar ons toekomen, met de vraag of wij dat woord kennen. Soms wel, maar vaak ook niet. Dan noteer ik zo’n woord of uitdrukking en sla het woordenboek er even op na. Als het er niet in staat dan is het de vraag of er meer Westfriezen zijn, die dit woord in deze betekenis kennen. Soms komen bepaalde woorden alleen voor in bepaalde dorpen. Dan vermeldt Jan Pannekeet dat er tussen haakjes bij. Maar als zo’n woord alleen in een bepaalde familie voorkomt, wordt het vermelden ervan bedenkelijk. Andries Sijm plaatst deze ‘kandidaat nieuwe woorden’ op facebook (‘feistboek’, zegt Joop) en brengt ze zodoende onder de aandacht van een paar duizend volgers. Als het woord dan niet herkend wordt en ook bij de werkgroep niet bekend is, wordt het niet opgenomen, want we gaan uit van: Eén bron is geen bron. Zo werd ook in mijn lijst een aantal woorden door de anderen niet herkend. Is het nou Westfries of Wervershoofs of alleen bekend in mijn familie? Nu luidt mijn eerste vraag:

Herkent u een of meer van de volgende woorden?
beslot, in de zegsw. Ze het gien beslot = ze is incontinent.
borgesius kalf = (gezegd tegen) iemand die bloot of schaars gekleed is.
deesiese = aanstellen, uitsloven | Wat liep je deer te deesiesen.
genán = beste kerel | Zô genan, hoe is ’t ermee?
iensie = knikkerspel waarbij beide spelers één knikker opgooien (zo ook tweisie, driesie enz.).
kwente = rare fratsen / streken.
koil-doil = afgestreken vol | Zet de piepers maar koil-doil = aardappelen en water op gelijke hoogte.
loôs = ook keuken | Vader is in huis (de kamer) en moeder in de loôs (de keuken).
melketènt = koek-en-zopie.
moerterg = kind dat zijn moeder pest / tot last is.
oflegger = (biljartterm) een moeilijk te maken bal.
opmakerskraampie, in de zegsw. ’t is hier gien opmakerskraampie = Het kan wel op al is het lekker.
ouwe skuite rake lek = oude mensen worden incontinent.
overzette = op het vuur zetten | Wul je de eerappele effies overzette?
stoeier, in de zegsw. een stoeier in ’t bon = een stuiterende biljartbal.
sweerd, in de zegsw. ’t sweerd langs zaai hewwe = verkering hebben.
vergekkend, een vergekkende zundeg = feestdag die als zondag wordt gevierd.
reid (1), in de zegsw. voor de reid of = in de voordehand liggende volgorde.
reid (2), in de zegsw. het deêlt reid uit = Je kunt er royaal mee uitdelen.
Mijn tweede vraag luidt: Kent u ook Westfriese woorden die niet in het woordenboek staan? Wie weet kan zo’n woord dan opgenomen worden in de hernieuwde versie.

Sjaak Steltenpool (582864) jhm.steltenpool@quicknet.nl

Vorig artikelNiets is wat het lijkt [derde editie]
Volgend artikelMarius van Dokkum en Rien Poortvliet in Andijk