Ze noemt zichzelf een stadsmens. Toch heeft ze haar hart verpand aan Wervershoof én aan de Wervershoofse kermis. Logisch, het bracht haar de liefde van John. Tijd voor een gesprek met Rita Klepper en John de Vries.

We spreken het koppel aan de vooravond van haar 29e verjaardag. De tuin is ingericht voor een gezellig feestje. Het heeft veel weg van een kermisborrel. We proosten alvast op een nieuw levensjaar en haar derde –lange- weekend van augustus. Ten tijde van het interview zijn we allemaal hoopvol dat we weer een redelijk normale kermis tegemoet gaan. Bijna zo normaal als de editie van 2019 waar John en Rita elkaar ontmoetten.

Lol in Hèt Café
“De eerste ontmoeting was kort voor kermis in Hèt Café, maar pas tijdens de kermis raakten we aan de praat”, vertelt Rita. Met gemeenschappelijke vrienden trokken ze met elkaar op. Van een romantische klik was nog geen sprake, maar ze hadden veel lol samen. “Ik vond hem meteen aantrekkelijk, maar ook een ‘ouwe lul’, ik bedoel, we schelen 27 jaar. Het was echt vriendschappelijk. Maar na kermis kreeg ik hem niet meer uit mijn hoofd.”

Hond, kat en kind
Kermis Keut en Draverij Medemblik waren volgende ontmoetingsplaatsen. De chemie groeide. Hoe groot ook het leeftijdsverschil, er was geen houwen meer aan. De liefde heeft geen handboek; de spelregels schrijf je zelf. En zo kwam het stadsmeisje samen met de jongen van Andijk. Hij tekende voor Rita én voor haar zoontje Max.
“Ik wilde altijd al kinderen, maar het is nooit gelukt. Nu, 25 jaar later, kom ik een vrouw tegen met hond, kat en kind. Alles waar ik van droomde”, vertelt John.

Stadsmens
Na een relatiebreuk kwam Rita in 2018 van de Beemster naar Wervershoof. Dat was in het begin best moeilijk. “Ik had geen keus, kreeg hier een huis toegewezen, maar ik kende hier niemand. En ik ben gewend in veel grotere plaatsen te wonen. Ik ben een stadsmens. Het eerste jaar was eenzaam. Ik ben niet iemand die alleen naar de kroeg gaat. Via Max, die nu vier jaar is, kwam ik in contact met andere moeders. Zo kwam ik langzaam in een leuke vriendengroep terecht en wende ik aan het leven hier.

Thuiskomen
Ik had nooit gedacht verliefd te worden op iemand die zo veel ouder is, maar het gebeurde toch. Ik heb best een hectisch leven achter de rug met veel tegenslag. Al op mijn 16e ging ik het huis uit. Bij John voelt het als thuiskomen. De rust, het gemak waarmee hij in het leven staat. Dat is heerlijk. En ja, ik vind hem ook aantrekkelijk. Zijn ogen, zijn luide stem, zijn lach.”

Yin en yang
John: “Rita is totaal anders dan ik. Erg wispelturig en heel druk. Dat vind ik juist weer leuk. We zijn net yin en yang. Dat Max er is vind ik ook hartstikke leuk. De opvoedkundige rol gaat me goed af. Ik kan goed bemiddelen. Als er strijd is zet ik mijn VN helm op.”

Rollercoaster
De eerste maanden deden ze het rustig aan. Maar toen Johns vader begin 2020 overleed was Rita nauw betrokken. Het was zo verdrietig en er moest veel geregeld worden. “Het was een rollercoaster. We waren dagenlang samen. Daardoor leer je elkaar en de familie meteen goed kennen. Daarna hebben we een periode bijna elke maand wel een begrafenis gehad. Gelukkig is dat gestopt.”

Samenwonen
Per 1 januari van dit jaar wonen ze samen. Door Corona waren ze op elkaar aangewezen. Ze moesten twee weken in quarantaine, erg lastig met een kleuter. John: “Het was een goede testcase, dag en nacht zaten we op elkaars lip. We waren lotgenoten. Ook dat ging goed. Toen alle kroegen dicht waren, gingen we elke week naar vrienden die een barretje thuis hebben. Borrelen en biljarten. Dat blijven we doen. Rita gaat altijd mee. Dan hebben we oppas voor Max. Mijn moeder (red. Truus de Vries-Brakeboer), die inmiddels samen is met Jan Bot, past ook regelmatig op.”

Andere kermis
Terug naar kermis. Rita viel in 2019 met haar neus in de boter. Het smaakte naar meer. “Ik vind het een geweldig feest. Ook voor Max. De zondag is voor hem. De andere dagen regel ik oppas. Het is vroeg beginnen en laat naar huis. Maar Corona maakte het vorig jaar wel even anders.”
John: “Het was een rare kermis. Normaal gesproken komen we wel in alle cafés.
Alleen op maandag zijn we even bij ’t Ankertje geweest, verder alle dagen kermisborrels. Ook gezellig, maar niet zoals het hoort te zijn.

Kermisklompen
Als geboren Andijker begon ik vroeger op maandag om 10.00 uur altijd bij Sarto. Daarna zag ik altijd wel waar ik belandde. In die tijd werd er nog bier geschonken in glazen. Ik ben eens op een scherf gaan staan, die ging dwars door mijn schoen. Sindsdien draag ik klompen met kermis. Het werd traditie ze te laten beschilderen. Met namen, jaartallen en steeds weer andere kleuren en figuurtjes. Ieder jaar door iemand anders. Ik heb nog een hele serie klompen staan. Ieder jaar worden de kunstwerkjes op kermiszaterdag afgeleverd als we een borrel geven. Alleen vorig jaar liet de schilder het afweten. Hij dacht dat de kermis niet doorging.”

Positief denken
Maar wat er ook gebeurt, kermis gaat altijd door. Ook al is het in een ander jasje. En op andere klompen. “Het mooiste van kermis vind ik het slappe geouwehoer dat nergens over gaat. De een maakt nog flauwere grappen dan de ander. En dat kan dan overal op het dorp. De langste weg is de kermisweg naar huis. Je weet nooit wie je tegenkomt. Hoe het dit jaar gaat? We zien wel. Ik kan goed positief denken en daar neem ik Rita wel in mee. We maken er een feestje van. Sowieso.”

Vorig artikelDe KermisBinding staat online!
Volgend artikelKermis 2021 weer ten einde